Voorlezen is een middel.
Een magisch middel weliswaar,
maar geen doel.


Voorlezen. De moderne huis-tuin-en-keuken-manier om in contact te komen met de verhalenverteller die in ieder van ons huist.
Anders dan onze verre voorouders in het Neolithicum, de rhapsodes uit de Griekse Oudheid, de minstreels en troubadours uit de Middeleeuwen, de griots uit West-Afrika, zijn wij niet genoodzaakt om alle verhalen uit ons hoofd te kennen. Dat scheelt al enorm.
Daarbij komt dat we in een prachtige tijd leven: anders dan onze voorouders, kunnen wij beschikken over verhalen van over de hele wereld.

Deze immense rijkdom is van even zo grote eenvoud: neem een boek en lees voor. Maar, omdat er de afgelopen decennia wat ruis opgetreden is in dit oude, magische ritueel, neem ik je mee in het waartoe van voorlezen.

Wat vrijwel iedereen weet over voorlezen, is dat het goed is voor de taalontwikkeling en woordenschat van kinderen. Daar wordt ook het meest op gefocust. En ik denk dat het daar direct al misgaat.
Met alle goede bedoelingen wordt voorlezen platgeslagen tot iets in de dimensie van presteren. Ook wordt het te letterlijk beschouwd: voorlezen is talig, dus we kunnen begrijpen dat dit leidt tot taalontwikkeling. Terwijl voorlezen zoveel meer is dan enkel dit praktische, lineaire oorzaak-gevolg.
Voor wie fijne herinneringen heeft aan voorgelezen worden, zal dat niet uitmaken. Die persoon blijft wel voorlezen. Maar degene voor wie dat niet geldt, krijgt een corveetaak opgelegd. Weer iets dat ‘moet’. Iets waar je wel of geen zin in kan hebben, iets waar je wel of geen tijd voor hebt.

Nu komt het eerste mooie feit: het doet er niet toe wat je voorleest. Je hoeft jezelf niet te kwellen met boekjes die links en rechts worden aanbevolen maar waar jij niets mee hebt. Wat telt is dàt je voorleest.
Het gaat om het gebaar’ of beter nog in het Engels: ‘It’s the thought that counts’ – Dat is de essentie.
In de Tweede Wereldoorlog las de moeder van de Britse dichter Roger McGough de etiketten van blikken en teksten op de zijkanten van cornflakesdozen voor aan haar zoon. Er waren nauwelijks boeken te krijgen, maar ze wilde koste wat het kost vasthouden aan hun vertrouwde ritueel van het verhaaltje voorlezen voor het slapengaan.

All tucked up warm and cozy, my favorite story was a tin of Ovaltine. How well I remember her voice even now: ‘Sprinkle two or three heaped teaspoons of…’ “

Sommige ouders lezen hun baby werkgerelateerde teksten voor en combineren het doornemen van verslagen op die manier met ‘gezinstijd’.
Is dit ideaal? Vast niet. Werkt het? Jazeker. Maar wat werkt er dan precies?

Voorlezen is een middel, geen doel. Het is absoluut een magisch middel, omdat het een gigantische boost geeft aan het ontwikkelende brein. Maar wat doet het nog meer?
In 2017 deden onderzoekers in Georgetown een bescheiden studie naar de effecten van voorlezen op 20 vroeggeborenen (26 tot 34 weken), in het bijzonder op hun meetbare lichaamsfuncties. De ouders spraken 30-45 minuten tekst in –variërend van kinderverhaaltjes, teksten uit geloofsboeken, teksten uit een neurologie studieboek en zelfs de Wall Street Journal, die vervolgens op passend volume werd afgespeeld via boxjes in de couveuse.
De effecten waren verbluffend. De baby’s stabiliseerden, hun ademhaling werd rustiger, hun hartslag gelijkmatiger en dit bleef zo gedurende het uur erna – wellicht nog langer, maar er werd tot een uur na het voorlezen gemeten. Ook merkte het verpleegkundig personeel dat de baby’s levendiger werden tijdens het voorlezen. Dit deden ze niet bij het horen van stemmen in het algemeen, dit was enkel en alleen het effect van het horen van de stemmen van hun ouders. En die alertheid kalmeerde hen tegelijk.

Dàt is het doel: middels voorlezen verbinden we met elkaar, hechten we aan elkaar. Taalontwikkeling vloeit daaruit voort. Die band opbouwen met elkaar, dààr gaat het om.
Wanneer voorlezen werkelijk alleen om taal zou gaan, dan zou je een baby in een ruimte kunnen leggen waar veel gepraat wordt en dat was dat. Maar baby’s doen net zoals wij: gesprekken op de achtergrond filteren ze weg.
Wanneer er mét hen gepraat wordt, komen ze tot leven, bloeien ze op. De magie is niet het verhaal zelf, hoe mooi dat ook kan zijn. De magie is de onverdeelde aandacht. Welkom in deze wereld, kleintje. Ik zie je. Ik ben er voor je.

Er is nog meer, veel meer te zeggen over voorlezen. Bijvoorbeeld dat het werkelijk niet iets is voor (kleine) kinderen alleen. Daarom de volgende keer meer.

Deze blog is geschreven naar aanleiding van de Nationale Voorleesdagen (20 t/m 30 januari 2021), doch niet in opdracht en niet tegen enige vorm van vergoeding.